'Het is gelukt om echt iets in beweging te krijgen'

Website Nieuws 2025 Edu Int (1)

Het LerarenLab focusten zich in het schooljaar 2024-2025 op experimenteren, leren en samen ontwikkelen. Inge de Wolf blikt terug op een jaar vol inzichten en kijkt vooruit naar de opschaling van kansrijke aanpakken die leraren in hun werk ondersteunen.


Congres

Het meest trotse gevoel kwam tijdens het Ontwikkelkracht-congres. “Ik keek om me heen, in die volle plenaire zaal met meer dan duizend leraren, schoolleiders en onderzoekers uit het hele land”, vertelt Inge. “Toen realiseerde ik me: het is gelukt om echt iets in beweging te krijgen in het onderwijs. Dat moment, om daar onderdeel van te mogen zijn met ons team, voelde heel bijzonder.”


LerarenLab

Een belangrijk speerpunt dit jaar was het LerarenLab, waarin we verschillende aanpakken in de praktijk testten en evalueerden. “Scholen kwamen zelf met ideeën zoals extra handen in de klas, inductieprogramma’s, anders organiseren, brugfunctionarissen, ouders als educatieve partners en zelfs ‘flipping the classroom’. Samen met onderzoekers hebben we deze aanpakken versterkt, kleinschalig uitgeprobeerd en vervolgens geëvalueerd. Daar leerden we enorm veel van. Juist dat cyclische proces (proberen, onderzoeken, aanscherpen) maakte de opbrengst zo waardevol.”

We hebben gezien hoe belangrijk leraren zélf zijn.


Samenwerking

De samenwerking met scholen leverde cruciale inzichten op. “We hebben gezien hoe belangrijk leraren zélf zijn, en dat je voorzichtig moet zijn met het vervangen van hun rol door assistenten, ouders of ICT. Leerlingen hebben hier niet altijd baat bij. Ook leerden we dat werkdruk een belangrijke factor is. Aanpakken die werkdruk verminderen, bijvoorbeeld met brugfunctionarissen of mentoren van andere scholen, blijken heel interessant. En we zagen opnieuw de sleutelrol van schoolleiders, die als aanjagers van onderwijsvernieuwing en evidence-informed werken een groot verschil maken", vertelt Inge.


Vooruitblik 2025-2026

Komend schooljaar gaat het LerarenLab zich richten op het opschalen van drie kansrijke aanpakken: mentoren voor starters, een flexibele dag- en weekindeling, en de inzet van brugfunctionarissen. “We gaan met vijftig scholen samenwerken om beter te begrijpen onder welke condities deze aanpakken werken en waarom", legt Inge uit. “Daarnaast doen we vervolgonderzoek, bijvoorbeeld via vignetstudies en analyses van grote databestanden, om het beroep aantrekkelijker te maken en uitval te verminderen", voegt zij toe.


Mentoren

Persoonlijk kijkt Inge vooral uit naar de ervaringen met mentoren voor startende leraren. “Op scholen met grote tekorten is vaak weinig tijd voor begeleiding, waardoor starters sneller uitvallen. We hebben mentoren geworven en opgeleid die juist op deze scholen aan de slag gaan. Als dit lukt, kan het een krachtige manier zijn om iets te doen aan de scheve verdeling van het lerarentekort en startende leraren daar te ondersteunen waar het het hardst nodig is.”

Want alleen samen kunnen we écht verschil maken.


Focus

“We zetten sterk in op flexibele dag- en weekindelingen, mentorbegeleiding en brugfunctionarissen. Daarbij hoop ik op nog meer samenwerking met scholen en besturen die zich hierbij willen aansluiten. Want alleen samen kunnen we écht verschil maken in het aantrekken en behouden van leraren", legt Inge uit. De focus ligt komend jaar dus helder: kansrijke aanpakken opschalen en verdiepen.


Samen

Wat Inge vooral bijblijft van dit schooljaar, is de kracht van samenwerking. “De combinatie van leraren, schoolleiders en onderzoekers brengt zoveel meerwaarde. Scholen leren van elkaar en van onderzoek. Daardoor worden de aanpakken kansrijker, toepasbaarder en breder deelbaar. Dat is inspirerend én verfrissend.”

We hebben elkaar hard nodig om leerlingen goed onderwijs te bieden.


Co-creatie

Als zij het nieuwe schooljaar in één woord moet samenvatten, kiest Inge resoluut voor co-creatie. “Omdat je samen zoveel verder komt. We hebben elkaar hard nodig om leerlingen goed onderwijs te bieden, en om het beroep van leraar aantrekkelijk en duurzaam te maken. Dat vraagt om samenwerking, in de volle breedte.”